In de oorlog…Bomma vertelt

wereld

 

Onlangs plaatste ik op Anneke Schrijft een review over de roman  De Kinderbarak. Deze roman is zeer indrukwekkend om te lezen en  daardoor werd mijn interesse gewekt om opzoek te gaan naar persoonlijke verhalen over deze vreselijke periode. Deze keer doen Bomma en haar schoonvader Louis hun verhaal. De 91 jarige Louis vind het belangrijk dat de verhalen van de oorlog verteld blijven worden zodat niet wordt vergeten hoe zinloos elke oorlog is…

Bomma: “De moeder van mijn vader werd naar Duitsland gestuurd om er te gaan werken. Zij werkte daar in een glansstoffenfabriek in de buurt van Kassel.  Zij werkte er nog niet zo lang toen er een ontploffing plaats vond in de fabriek waarbij mijn oma is omgekomen. Mijn vader was amper twee toen zijn moeder omkwam, hij was de jongste van zes kinderen. Hij heeft maar twee van zijn broers en zussen gekend want hij werd door de ouders van zijn moeder opgevoed. De anderen kinderen bleven bij hun vader omdat die al groter waren en zichzelf konden redden.”
was

 

Je moet daar niet naar vragen

“Mijn moeder heeft mij ook over de oorlog  verteld maar zij was amper één jaar oud toen de oorlog uitbrak. Hoe klein zij ook was zij kan zich herinneren dat ze bij een luchtalarm in een kelder moesten schuilen, die kelder lag verborgen in een wei 100 meter van hun huis. Daar zaten ze regelmatig met 15 tot 16 mensen. Op een dag was er geen luchtalarm en het was mooi weer. Haar moeder was witte was op de bleek aan het leggen en mijn moeder speelde buiten toen er een vliegende bom boven hun hoofden door de wolken kwam. Het leek net een reuzensigaar. Mijn grootmoeder had haar toen onmiddellijk op de grond gegooid en is boven op haar gaan liggen. Een kleine 500 m verder is de bom tot ontploffing gekomen in een rij huizen en heeft heel wat slachtoffers gemaakt. De bom was op de verkeerde plek gedropt, de bom was eigenlijk bedoeld voor een munitiedepot een vijftal kilometers verderop. Mijn grootouders aan moeders kant hebben nooit iets over de oorlog willen vertellen, zij hadden teveel slechte dingen meegemaakt. Je moet daar niet naar vragen, hopelijk hoef jij dit nooit mee te maken kreeg ik steevast als antwoord als ik er naar vroeg.”

twee

 Schoonvader

Vandaag had ik een interessant gesprek met mijn schoonvader. Hij is ondertussen 91 jaar en heet Louis. Hij heeft zijn beide ouders in een jaar tijd verloren en werd met zijn andere broers en zussen verspreid bij familie geplaatst. Mijn schoonvader kwam terecht bij een oom, de broer van zijn vader waar nog een kind met de naam Louis was. Zijn neefje was de eerste van de maand geboren en mijn schoonvader de 23ste, in hetzelfde jaar. Mijn schoonvader was een grote en zijn neefje een kleine jongen. Door de jaren heen is “kleine” en “grote” altijd hun bijnaam gebleven. Als later iemand het over Louis V. had was er niemand die hem kende maar sprak je over “grote”, dan kende iedereen hem. Voor het gemak gebruik ik dan ook “grote” en “kleine” als namen in mijn verhaal.

belgische-vluchtelingen-31_def

Vluchten

“Op 10 mei 1940 om 5 uur in de ochtend ( het was op een vrijdag) vlogen Duitse vliegtuigen boven België . Onmiddellijk werd er, op vele plaatsen, meteen een razzia uitgevoerd. Boeren moesten met hun paarden op een welbepaalde plaats samenkomen, waar deze gekeurd en in beslag genomen werden. Zo ook het paard van grote Louis zijn oom. Dit was een groot, grof gebouwd paard en dit had men niet nodig. Het paard van de overbuurman werd wel in beslag genomen. De schrik sloeg deze boerenmensen danig om het hart en zij besloten te vluchten. Op zaterdag, het was toen 11 mei ’40, zijn de twee gezinnen, in totaal 12 personen, samen gevlucht. Ze hadden de kar van de overbuurman en daar werd het paard van de oom van grote Louis voorgespannen. Hun doel werd Frankrijk. Vanuit het dorpje dat toen Paal heette, nu gefusioneerd met de naburige gemeente Beringen, togen ze richting Brussel om zo verder te gaan naar de Franse grens. Zie je nu al een groep vluchtelingen met paard en kar door onze hoofdstad trekken? We kunnen ons dat eigenlijk niet meer voorstellen maar in die tijd lukte dit nog wel. Van daar uit moesten deze mensen door de Vlaamse Ardennen. Het gebied staat bekend als een zeer heuvelachtige streek en de wegen waren in die jaren nog gekasseid. Zij hadden dan wel paard en kar maar de kar had geen rem. Op sommige momenten werden de leidsels van het paard verlengd tot achter de kar om zo door vier mannen gehouden te kunnen worden en het paard te mennen. Anders zou het grote problemen gegeven om veilig de weg naar beneden te volgen.”

dut1

Onderdak

“Deze vlucht naar de Franse grens duurde een aantal dagen en er werd voor de nacht onderdak bij boeren gezocht. Eenmaal Hooglede, een gemeente dicht bij de grens, bereikt te hebben zagen ze dat alle bruggen over het kanaal waren opgeblazen. Duitse soldaten waren volop aan het werk om noodbruggen aan te leggen. Ondertussen hadden de twee gezinnen onderdak bij een boer in de buurt gevonden alwaar ze een week hielpen met het werk op en om de boerderij. Dit in ruil voor een slaapplaats en voedsel voor mens en paard. Op 28 mei was de overgave van België een feit en werden de grenzen tussen België en Frankrijk gesloten. Ze konden het land niet meer uit en moesten onverrichte zaken terug huiswaarts keren. Op 1 juni waren de twee gezinnen terug in Paal. Het waren barre tijden.”

Koeienvlaai

“Tijdens de afwezigheid van grote Louis en zijn familie waren er twee familieleden  op  de boerderij gebleven. De overbuurman daarentegen had niemand die op hun stee paste. Bij hun thuiskomst vonden zij op de blank geschuurde keukentafel een grote koeienvlaai met daarin alle vorken die men maar gevonden had rechtop in de drek. Voor deze mensen had de thuiskomst een nare bijsmaak gekregen.”

bevel

Nachtelijke invallen en razzia’s

“De Duitsers hielden regelmatig nachtelijke invallen en razzia’s. Doordat grote Louis 23 dagen jonger was dan zijn neef waren er  problemen met de vrijstellingen voor  deze boerenzonen. Ze droegen immers allebei dezelfde naam, waren in dezelfde maand van hetzelfde jaar geboren en woonden ook nog eens op hetzelfde adres. Toen de oom van grote Louis naar het gemeentehuis ging om vrijstellingen te vragen kwamen ze er niet uit en kreeg hij  dan ook maar één vrijstelling die hij (natuurlijk) aan zijn eigen zoon, de kleine Louis, gaf. Zodoende had grote Louis geen vrijstelling en moest als dwangarbeider naar Duitsland om er in een of andere wapenfabriek te gaan werken. Daar had hij geen zin in en bleef gewoon bij zijn oom en tante wonen. Door de veelvuldige nachtelijke invallen en razzia’s heeft grote Louis gedurende drie maanden op de hooizolder geslapen. Dit uit angst om gepakt te worden. Er werden regelmatig mensen opgepakt en met de trein op transport naar Duitsland gezet. Zo ook op die ene zonnige dag. Grote Louis was op het veld aardappelen aan het rooien toen er iemand kwam aanlopen om te zeggen dat er weer verschillende jonge mannen waren opgepakt en dat ze bij zijn oom waren binnengevallen. Het heeft meerdere uren geduurd alvorens grote Louis terug naar de boerderij durfde te gaan.”

pijlerhouwer

Kolenmijn

“Grote Louis heeft zich in de kolenmijn van Beringen als vrijwilliger aangemeld om zo een vrijstelling te krijgen. Ze moesten er zeven dagen op zeven werken en hadden maar één zondag per maand vrij. Het was hard werken, zeker voor een jonge kerel van 17 jaar. Ook al was hij het zware werk op de boerderij gewend.”

200 Doden

“Op 30 april om 11.30 was er een grote ontploffing in de fabriek van Tessenderlo. Het was een groot chemisch bedrijf waar ook voedingsmiddelen werden gemaakt voor de Duitsers. De rook was kilometers ver te zien en er waren meer dan 200 doden. Men heeft de ware oorzaak van de ontploffing nooit kunnen of willen achterhalen. Er is getwijfeld of het een menselijke fout of sabotage was. De waarheid hieromtrent is nooit blootgelegd.”

“Net zoals de kolenmijnen van Beringen en het nabijgelegen Zolder hadden de Duitsers ook deze grote fabriek opgeëist. In de kolenmijnen hebben later nog vele Russische krijgsgevangenen gewerkt. Ze hadden deze kolen, die vette kolen waren, nodig voor hun fabrieken.”

varken (1)

Achterin de korenschuur

“De oom van grote Louis had twee schuren, een hooischuur en een korenschuur. Achterin de korenschuur was een  klein plaatsje vrij gehouden om een paar varkens vet te mesten. Dat mochten de Duitse soldaten niet weten want anders zouden deze varkens in beslag worden genomen en de eigenaren riskeerden een  zware straf. Die varkens werden natuurlijk ook in het geheim geslacht. Voor iedere slachting moest een slachtbrief op het gemeentehuis afgehaald worden. Dan wisten de Duitsers waar er vlees te halen was. Het vlees werd met zout ingelegd of gepekeld. De kop van de ham werd met peper ingesmeerd, dit om maden te voorkomen en de ham werd met zout ingesmeerd. Dan werd deze in een doek gewikkeld en boven het haardvuur te drogen gehangen. Voor boeren was er zodoende voldoende voedsel. Voor stadse mensen was het anders omdat zij het met hun bonnen moesten doen. Voor heel veel mensen waren het werkelijk barre tijden.”

pard

 

Krankenstal

Louis: ” Op zekere dag, ergens in het voorjaar, werd de korenschuur door de Duitsers opgeëist en omgevormd tot “Krankenstal”. Regelmatig waren er zieke paarden, die meestal last hadden van snot. Dan werd hun hals opengesneden om het overtollige snot te verwijderen en moesten ze op stal blijven tot ze genezen waren en terug naar hun werkterrein konden. Er was een stalmeester, Manfred genaamd die de zieke paarden in de stal moest verzorgen. Hij leek heel menselijk want terwijl hij de zieke paarden verzorgde en voerde gaf hij ook het paard van mijn oom te eten en hield zijn stal schoon.”

Manfred

“Zoals zovele gezinnen had ook mijn oom een radio in de boerderij en regelmatig luisterden wij naar de Engelse radio uitzendingen. Gelukkig werden wij nooit betrapt. Op zekere dag was het nieuws doorgesijpeld dat de Amerikanen Keulen gebombardeerd hadden en alles zou daar platliggen. Ik, als jonge kerel, was naar de stal gegaan en ging Manfred het nieuws overbrengen. Nooit heb ik meer schrik gehad dat op dat moment. Manfred werd zo woest, hij greep zijn geweer en ik maakte dat ik weg kwam. Een week later waren ook de laatste paarden genezen en kreeg Manfred een marsbevel richting Rusland. Nooit heb ik een man harder zien huilen dan Manfred toen hij moest vertrekken. Hij wist immers dat dit het begin van het einde zou betekenen.”

nooit

Nooit vergeten

“Velen hebben hun leven voor hun vaderland gegeven, anderen hebben er traumatische herinneringen aan overgehouden en willen er niet meer over vertellen. Toch vind ik het belangrijk om deze verhalen door te vertellen zodat nooit vergeten zal worden dat elke oorlog zinloos is. Er zijn altijd alleen maar verliezers. Hopelijk heb ik iets kunnen bijdragen met deze verhalen.”

Neem ook een kijkje op de blog van Bomma!

Foto’s: Google

3 reacties op “In de oorlog…Bomma vertelt

  1. Indrukwekkend verhaal. Bomma
    Belgie heeft 2 keer last gehad van oorlogen.
    1 keer wat men de Grote oorlog noemt en toen die van 1940 -1945.
    Ook bij de eerste wereld oorlog zijn heel veel Belgen gevlucht ook naar Nederland.
    Daarna waar bijna heel Europa in zat.

    Zelf ben ik in 1944 geboren.
    Dus in Nederland de oorlogswinter, daarom vond mijn moeder ook dat het geen tijd was om een baby te krijgen.
    Wij woonden tussen Amsterdam en Den Haag dus het gebied wat het laatst bevrijd werd.
    Gelukkig woonden we in een klein dorp Sassenheim.
    Er werd toen gezegd de Duisters voelen zich daar thuis. Je hebt SA, SS en heim.
    Bij ons thuis was er geen honger.
    We hadden een groententuin en mijn vader was binnenschipper dus moest van zijn baas in opdracht van de Duitsers eten halen in de kop van Noordholland.
    Je kan begrijpen dat eer het ruim vol ge sjouwd werd met van alles er een groot gedeelte werd gestolen.

    Mijn man is 2 maanden later als ik ook in 1944 geboren.
    Maar hij was al een bevrijdings kind. Geboren in Limburg en ik dus een oorlogs kindje.

    Dit mag nooit meer gebeuren zegt men.
    Maar zal er ooit een wereld zijn zonder geweld?

    Like

    1. Zolang wij met zijn allen ons gezond boerenverstand gebruiken en er voor de medemens zullen zijn hoop ik dat er ooit een dag komt dat er aan deze onzinnigheid een einde komt. Heb zelf als militair bij het Belgisch leger gediend, niet om op een dag oorlog te voeren maar wel zeker om de vrede mogen helpen bewaren. Ben altijd gelukkig geweest dat ik gedurende een vijftal jaren hiertoe mijn steentje heb bijgebracht. Warme groet.

      Geliked door 1 persoon

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s