Het nieuwe schooljaar is van start gegaan. Een goede reden voor Anneke Schrijft om in gesprek te gaan met auteurs Eva Munnik en Sofie van den Enk over hun boek De Schoolfabriek.

Eva en Sofie jullie zijn twee echte duizendpoten. Naast schrijven doen jullie nog een x aantal andere dingen. Eva is naast auteur televisieverslaggever en journalist en Sofie is presentatrice voor zowel radio als televisie. Stel jullie voor vanaf morgen mag je nog maar een van deze dingen doen. Welke kies je?
Eva: ”Boeken schrijven! Ik wilde eigenlijk altijd schrijver worden dat is ook de reden dat ik journalistiek ben gaan studeren. Tijdens mijn studie leek het mij leuk om bij de tv te gaan werken. Dit ben ik ook gaan doen maar daarna heb ik toch het schrijven weer opgepikt.”
Sofie: ”Ik kan niet kiezen. Soms lijkt het mij leuk om op een vaste plek te werken maar als wat? Dat zou mij waarschijnlijk ook heel snel benauwen. Ik vind het juist fijn om verschillende dingen te kunnen doen. Dus als ik een ding moet kiezen is dat ik dat kan blijven doen.”
Eva beschrijf Sofie in het kort.
”Sofie is goed in het bedenken van briljante ideeën. Zij kan goed heel erg goed onderwerpen bedenken waar nog geen boek over geschreven is. Zij weet wat er leeft bij mensen.”
Sofie beschrijf Eva in het kort.
”Eva is een heel gedreven, toegewijd en enthousiast persoon. Zij volgt haar eigen koers dat bewonder ik in haar.”
Veel mensen willen een boek schrijven. Hebben jullie nog tips?
Sofie: “Ik kreeg de volgende praktische tips van Ionica Smeets, zij is een Nederlands wiskundige en hoogleraar science communication aan de Universiteit van Leiden. Je hebt als eerste een helder idee nodig wat je op papier zet. Daarna schrijf je de tekst voor de achterflap, het voorwoord, eerste hoofdstuk, de inhoudsopgave en een samenvatting. Het is makkelijk als je de eindbestemming van het boek weet en langs welk pad je het wil laten lopen. Daarmee kun je het boek makkelijker verkopen aan een uitgever.”

Eva: ”Het is goed om met een deadline te werken. Wanneer een uitgeverij heeft gezegd het boek te te willen uitgeven ja dan moet je wel (lach). Zonder deadline is het heel lastig een boek af te krijgen. Vaak gaat je aandacht dan uit naar klussen waar je geld voor krijgt of waar direct vraag naar is.”
Hoe is jullie samenwerking ontstaan?
Eva: ”Sofie kende ik van vroeger wij waren collega’s bij RTV Utrecht. Wij werkten daar allebei als verslaggever en Sofie heeft daar ook nog een poosje als presentator gewerkt. Sofie wist dat ik naast mijn werk begonnen was met schrijven en zij liep zelf ook al heel lang rond met een idee voor een boek. Het idee ontstond om samen dat boek te schrijven, met als resultaat De Melkfabriek. Het bleek dat wij heel goed samen konden werken en dat smaakte naar meer.”
Sofie: ”Ik kwam op het idee De Melkfabriek te schrijven want iets cools over borstvoeding was er gewoon niet. Zo’n boek miste ik zelf. Ik was na de geboorte van mijn tweede kind alweer druk en het leek mij goed om dit boek met z’n tweeën te schrijven anders werd het waarschijnlijk zo’n oeverloos verhaal wat jaren voortduurt. Ik dacht ik heb een motor nodig achter het project, iemand die de boel aanvoelt. André (echtgenoot van Sofie red.) stelde mij voor aan Eva te vragen samen met mij het boek te schrijven. Ik keek tegen Eva op en dacht dat zij dat vast niet zou willen. Ik kwam net van de universiteit, blue binnen bij RTV Utrecht en zij was daar senior en kende iedereen en wist van de hoed en de rand. Ik was van onder de indruk van Eva, van haar expertise en assertiviteit en vond haar een stoere chick. Daarnaast schreef Eva columns voor vrouwenbladen en haar stijl sprak mij aan. Toen ging ik met haar in gesprek over mijn idee en bleek dat zij wilde samenwerken aan De melkfabriek.”
Wanneer is het idee voor De Schoolfabriek ontstaan?
Eva: ”Wij waren al een poosje aan het broeden over de opvolger van De Melkfabriek. Dit boek bleek een succes. Er waren natuurlijk wel boeken over borstvoeding maar die waren heel serieus en droog. De Melkfabriek daarentegen was vernieuwend, luchtig en leuk. Wij hadden niet afgesproken om nog meer boeken samen te gaan schrijven maar als er een onderwerp langskwam waar wij allebei over wouden schrijven zouden wij dat gaan doen. Toen de kinderen van Sofie en mij naar de basisschool gingen bleek er nog geen leuk boek over de basisschoolperiode en alle perikelen erom heen te zijn.”
Sofie: ”Tijdens een gesprek met mijn vriendin Anne viel ineens het kwartje. Er bleek nog geen leuk boek te zijn over de periode dat je kinderen naar de basisschool gaan. Dat is best een heftige periode, je kunt je als ouder best verloren voelen op het schoolplein.”
Zijn jullie van plan om een boekenserie op te bouwen? Eerst De Melkfabriek en nu De Schoolfabriek?
Sofie: ”Nee, De Melkfabriek en De Schoolfabriek zijn zusjes maar staan ook op zichzelf.”
Eva: ”Wij zijn daar op dit moment inderdaad niet mee bezig. Mocht een van ons echter een idee hebben dan bestaat er de mogelijkheid voor een nieuwe samenwerking maar wij plannen dat niet.”

Wat is jullie favoriete hoofdstuk of fragment uit het boek?
Eva: ”Als ik een stukje moet kiezen is dat het stukje over speelafspraken. Help je kind heeft een sociaal leven kwam echt vanuit mijn tenen. Al die perikelen om een speelafspraak heen! Man o man. Sommige ouders herkennen het niet maar ik had zo’n kind waarbij samenspelen de eerste twee jaar een drama was. Gelukkig loopt dat nu allemaal op rolletjes. Maar voor de vakantie gebeurde het mij toch nog dat Reza een dubbele speelafspraak had gemaakt. Reza had de week ervoor een afspraak met een meisje gemaakt maar op de dag zelf sprak ze met een ander af. Op het einde van de dag kwam Reza erachter dat ze al een afspraak had en toen wou ze toch haar oude afspraak nakomen. Toen stond ik op dat plein en de moeder van het meisje dat “afgewezen” werd werd ontzettend boos. Zij zei tegen haar kind op een vervelende toon: “Wat gemeen he van Reza!” Mij lijkt het juist beter om tegen je kind te zeggen: “Joh het kan gebeuren, volgende keer beter!” kinderen maken nu eenmaal dubbele afspraken. Hun brein moet je niet overschatten, dat is nog niet klaar om op de lange termijn te denken. Ik bood aan dat allebei de kinderen bij ons mochten spelen. Maar dat wilde het kind van de boze moeder niet. Schoolplein perikelen zijn lastig want de volgende dag en de dag daarna en de dag daarna sta je wel samen weer op het schoolplein. (Lachend en grappend.) Gelukkig zijn wij in de zomervakantie verhuisd.”
Sofie: ”De irritante ouders top 10 (volgens de leraren) en de bijdrage van de leraren aan het boek vind ik heel fijn, zo nuchter en relativerend. Een verademing! Leraren blijken De Schoolfabriek een ondersteunend boek voor ouders te vinden.”

Waarom mag De Schoolfabriek bij geen enkele ouder van een basisschool kind in de boekenkast ontbreken?
Eva: ”Er breekt een nieuwe fase aan wanneer je kind naar de basisschool gaat en door De Schoolfabriek kun je je daar op voorbereiden. Het is aan de ene kant een leuke periode maar aan de andere kant ook moeilijk, onzekerheden komen boven, want je wilt alles zo goed mogelijk doen. Uiteindelijk leer je steeds meer in je eigen kracht te staan en in die van je kind. Je geeft niet meer toe aan sociale druk. Je leert op je gevoel af te gaan.”
Welk advies uit De Schoolfabriek hadden jullie graag gekregen toen jullie kinderen op het punt stonden naar de basisschool te gaan?
Sofie: ”Inzicht in het feit dat de basisschool geen plek is waar je je kind alleen maar brengt en ophaalt. Dat het een plek is waar jij als ouder ook een intensief contact mee aangaat. Als ouder heb je het recht aan te kloppen en iets te vragen, ervaringen te delen. Je hebt als ouder het recht assertief te zijn wanneer het in het belang van het kind is. Je bent immers de ambassadeur van het kind.”
Eva: ”Dat het kinderbrein anders werkt dan dat van een volwassenen. Ik spreek regelmatig psychologen en orthopedagogen en elke keer word ik verrast door wat ik hoor. Zo vertelden zij mij dat kinderen van vier, vijf of zelfs zes nog niet op een lange termijn kunnen denken. En dat je daarom niet tegen een kind kunt zeggen afspraak is afspraak wanneer een kind bijvoorbeeld een dubbele speelafspraak maakt. Ouders moeten daar niet te moeilijk over doen.”

Wat is jullie favoriete herinnering aan jullie eigen basisschoolperiode?
Eva: ”Mijn favoriete herinnering is de gezelligheid op school daar genoot ik echt van.”
Sofie: “Ieder kind moet minstens een vak hebben waar het op school naar uitkijkt. Waar het kind het gevoel krijgt daar kom ik tot mijn recht. Juist de creatieve kinderen sneeuwen vaak onder door de druk om te presteren. Ik was ook zo’n kind. Het vak levensbeschouwelijke hervorming was voor mij het vak waar ik naar uitkeek.”
Denk je dat ouders het nu moeilijker hebben dan bijvoorbeeld veertig jaar geleden?
Sofie: ”Door alle bezuinigen in het onderwijs kunnen de extra dingen tegenwoordig alleen gebeuren met hulp van ouders. De ouderraad, de luizenmoeders, de voorleesmoeders, de schoolreis vaders. Al die ouders zijn mensen met banen en daarnaast hebben zij een druk sociaal leven, is er de zorg voor de kinderen en je moet het natuurlijk ook leuk houden met je partner. Dus ik denk het wel.”
Eva: ”Waarschijnlijk wel. Mijn schoonmoeder is vroeger kleuterjuf geweest en zei zegt dat ouders vroeger niet hoefden te helpen op school. Voor de schoonmaak was er een schoonmaakster. Ik heb de neiging ja te zeggen maar of het echt zo is?”

Eva en Sofie jullie praten over persoonlijke ervaringen als ouder. Ben je niet bang om kritiek te krijgen op jouw manier van opvoeden? Hoe ga je met de kritiek om?
Eva: “Op De schoolfabriek kregen we eigenlijk verrassend weinig kritiek. Niets zelfs. Misschien omdat het toch voor iedereen herkenbaar is, wat we omschrijven. Op De melkfabriek kwam veel meer kritiek omdat de meningen over borstvoeding nogal…eh…heftig zijn en veel mensen menen echt de waarheid in pacht te hebben.”
“Ik krijg regelmatig kritiek, op mijn blogs op Ouders van Nu bijvoorbeeld. Dan schrijven mensen bijvoorbeeld dat ze me hysterisch vinden of gewoon stom. Tsja. Ik zal niet zeggen dat het leuk is, dat is het nooit. Maar ik schrijf over mijn ervaringen en stel me kwetsbaar op voor de vrouwen die het wel herkennen en die er iets aan hebben dat ik eerlijk ben. Dat ik hen help en het gevoel geef dat ze niet alleen zijn, maakt veel goed.”
Sofie: “Als iemand kritiek op mij heeft als ouder raakt dat mij niet behalve als de kritiek van mijn kinderen afkomstig is. Ik ben over niets in mijn leven zo zeker als over mijn manier van opvoeden. Ik beweer niet de perfecte ouder te zijn echt niet. Ik ben echter niet zomaar wat aan het doen. Ik kijk goed naar mijn kinderen. Maar natuurlijk maak ik fouten net zoals iedereen. “
Klik hier om de boekreview van De Schoolfabriek (nogmaals) te lezen.