
Patricia Mollenhauer, is een dochter van een Nederlandse moeder en een Frans Congolese vader. Haar afkomst en het wonen op een Zeeuws kerkhof inspireerde haar tot het schrijven van haar eerste thriller Het beest van Bakendorp. Het interessante en vernieuwende aan dit boek is dat de hoofdpersoon Nederlandse- Afrikaanse roots heeft. Net als de schrijfster zelf. Patricia is met haar eerste boek meteen genomineerd voor de PZC Publieksprijs 2022. Genoeg reden voor een interview!
“Wie is Patricia?”
“Ik ben in 1970 geboren in Moederheil, een huis voor ongehuwde moeders in Breda. Mijn moeder was 17 jaar en ongehuwd toen ik geboren werd. Ik heb geen Ghanese vader zoals de hoofdpersoon uit mijn boek. Mijn vader komt uit Frans Congo, hij studeerde in Parijs. Mijn moeder is een Zeeuwse en een schipperskind. Mijn ouders hebben elkaar leren kennen tijdens een avondje stappen. Ik ben gedeeltelijk opgegroeid bij mijn opa. Hij was schipper en daardoor groeide ik op op een schip.”
“Is een schipperskind zijn net zo leuk als het voor een buitenstaander lijkt? “
“Op zich wel, maar het was af en toe ook eenzaam. Daarnaast voelde het wel beschermd en fijn. Ik vaar nog steeds graag, maar ik heb geen boot. Wel heb ik een camper! Dus dat reizen zit er nog altijd in. Ik hen op allerlei plekken gewoond maar rond mijn 30ste ben ik toch weer in Zeeland terecht gekomen. “
“Eigenlijk kun je wel een boek schrijven over je jeugd.”
“Het 2de boek wat nu uitkomt bevat wat elementen van mijn puberteit. Dit boek heeft meer betrekking tot mijn achtergrond en mijn roots. De hoofdpersoon uit mijn eerste boek heeft als overeenkomst met mijn eigen leven dat ik net als haar opzoek ben naar mijn vader. En net als haar kan ik hem niet vinden. Een andere overeenkomst is dat ik net als Janine en haar gezin, met mijn gezin op een oud kerkhof ben gaan wonen. Ook hebben wij botten gevonden, maar toen was het boek al af!”
“Dat klinkt luguber. Wonen op een kerkhof! “’Nu hoef ik je niet meer de vraag te stellen waar jij je inspiratie vandaan haalt.”
“Nee mijn inspiratie komt echt van deze plek. Deze plek heeft mij gestimuleerd om te gaan schrijven. Het is een oud kerkhof. Eigenlijk hoort het bij een “verdronken” dorp. Er was in 1570 een grote stormvloed waarbij de kerk en een gedeelte van het dorp Bakendorp onder water kwam te staan. Na de stormvloed waren de graven leeggespoeld, het dorp voor het grootste deel verdwenen en er werd verder niet naar het kerkhof om gekeken. Mijn zoontje heeft pas weer een kies gevonden en een zilveren ring.”
“Is het boek fictie? Of bevat het waargebeurde gebeurtenissen?”
“Er zitten zeker waargebeurde feiten in. Een voorbeeld daarvan is een brand die uitbreekt waarbij een jongeman omkomt. Ook Jacob Rühle, de zwarte slavenhandelaar, heeft echt bestaan. Op dit moment ben ik bezig met research naar Jacob Rühle. Er is vraag vanuit lezers en de uitgever om dit personage verder uit te diepen en mijn derde boek gaat daarom over hem.”
“Soms vond ik het boek pittig. Maar het verhaal speelt zich af in een tijd dat mensen anders over dingen dachten. Gelukkig leven we niet meer in die tijd.”
“De zwarte afrikanen hadden al slaven, maar die gingen daar op een hele andere manier mee om dan de witte slavenhandelaren. Dat is een ander verhaal.”
“Het is een donkere periode uit de geschiedenis, maar het is goed dat het nu uit een gekleurd perspectief beschreven wordt.”
“Dat is mijn bedoeling ook geweest en het is fijn dat je het benoemd. Ik denk dat veel mensen niet iets tegen mij durven te zeggen over de slavernij omdat ik zelf zwart ben. Het is echter niet zo dat je het tegen mij niet kan en mag benoemen, want het boek gaat immers over een zwarte slavenhandelaar. Ik heb geprobeerd vanuit mijn perspectief te schrijven. Ik ben gekleurd, maar daarnaast opgegroeid tussen alleen maar witte mensen. Het is niet alleen zwaar maar ook een verhaal.”

“Soms lijkt het ook of mensen het verleden willen uitwissen maar je moet er naar mijn mening over blijven praten, zodat het niet vergeten wordt en dat het zich niet herhalen kan.”
“Dat vind ik ook! Er zitten interessante gebeurtenissen tussen. Wel pijnlijk maar ook interessant. Zeker voor onze kinderen. Ik heb een zoon die wordt 13 en een dochter die wordt 11. Ik vind het goed dat zij op school over dit verleden te horen krijgen. Er zijn uitgeverijen die meer inclusiviteit in boeken verwerken. Zodat jonge kinderen met een andere achtergrond zich er ook in kunnen herkennen. Wanneer ik bijvoorbeeld een thriller lees. is negen van de tien keer de hoofdpersoon blank.”
“Klopt het dat je zoekende bent waar je precies bij hoort?”
“Ik hoor nergens bij. Dat is iets wat ik geleerd heb in mijn leven. Ik hoor niet bij de zwarte mensen en ook niet helemaal bij de witte mensen. In mijn modellentijd werd ik door andere donkere mensen “bounty” genoemd, Zwart van buiten wit van binnen. Ik ben dan ook “wit” opgegroeid. Ik ben opgegroeid bij de witte familie van mijn moeder en ik heb niets meegekregen van mijn vader en zijn achtergrond. Ik schrijf vanuit die kaders. Ik kan helaas geen Nederlandse schrijvers vinden met dezelfde achtergrond als ik: gekleurd maar wit opgegroeid.”
“Bijzonder dat dat bijzonder is!”
“Inderdaad. Je komt amper iemand tegen en vaak zijn ze dan ook geadopteerd, maar dat is natuurlijk ook weer een andere situatie dan de mijne.”
“Ik herken je in de hoofdpersoon van het boek.”
“(Lachend) Ja, mensen die me goed kennen die horen mij gewoon praten wanneer ze het boek lezen. Dat is wel grappig.”
“Er lopen verschillende verhaallijnen door elkaar heen. Was dat moeilijk om te schrijven? Hoe onthield je alle details van een karakter?”
“Dat was niet alleen voor mij moeilijk om te onthouden, maar schijnbaar ook voor veel lezers. Ik moet zeggen dat ik het mijzelf voor een eerste boek niet al te makkelijk heb gemaakt. Je moet je hoofd er ook echt bij houden tijdens het lezen! Ik had alles op papier uitgewerkt met aantekeningen en tijdlijnen. “
“Hoe ben je met schrijven begonnen?”
“Ik ben dol op thrillers en true crime en ik had een wens om een boek te schrijven. Mijn familie komt hier vandaan en woont al vanaf 1600 zoveel hier. Dus ik kende al veel verhalen over de omgeving. En toen kwam ik hier zelf wonen en dan blijkt deze plek een kerkhof te zijn. Opeens zat het verhaal in mijn hoofd. Het plofte er gewoon in.”
“Waar ben je trots op? Buiten je kinderen natuurlijk!”
“Ik stuurde het boek op en hoorde van veel uitgevers niets. Toen kreeg ik opeens het bericht van een uitgever: ik wil het boek graag verder lezen. Ik zat op dat moment met mijn zoon en dochter in de auto. Ja toen begon ik een beetje te gillen en voelde ik mij trots dat het toch gelukt was. Weet je op dat moment had ik het boek niet eens af, ik had een beetje blufpoker gespeeld.”
“Wat is jouw schrijfdoel voor de toekomst?”
“Ik zou graag scenario’s willen schrijven, want ik ben gek op films. Of en podcast maken. Op dit moment ga ik een stuk schrijven voor het opinie magazine Tv Vrouw.”
“Welk boek ligt er bij jou op het nachtkastje?”
“Mijn boeken staan op mijn bureau en liggen niet op mijn nachtkastje. Het zijn de boeken: Op aarde schitteren we even – Ocean Vuong en een engels boek, The Letters of the Late Ignatius Sancho, an African.“
“Tot slot: Hoe voelt het om genomineerd te zijn voor de PZC Publieksprijs 2022, en dan ook nog met je eerste boek?“
“Het voelde al onwerkelijk toen ik positief bericht kreeg van een uitgever die Het beest van Bakendorpwilde uitgeven. Als je boek dan, een jaar later, wordt genomineerd uit 80 inzendingen en op de shortlist prijkt tussen nog 9 andere Zeeuwse pareltjes, kan ik niet anders zeggen dan dat ik oprecht trots ben en het soms nauwelijks kan bevatten!“
En ehm, Anneke, jij kan ook nog meestemmen voor de publieksprijs!
Mocht jij ook je stem uit willen brengen klik dan op onderstaande link.